Vaag zichtbare paden
Zwak verlicht door zilver maan
Eeuwenoude sporen
We noemen ze nu transhumaan
In gedachten zie ik schapen
Dwalend door het veld
En een oude herder
Moe en uitgeteld
De schaapjes lang niet op het droge
Armoe is zijn bitter lot
De schaapjes hebben beter leven
Hun leven was nog niet kapot
Ooit wachte hem een liefde
Daar beneden in het dal
Nu slechts een eenvoudig zerkje
Recht opstaand en smal
Straks resten slechts zijn sporen
In dit mooie woeste land
Levens werden uitgeveegd
Slechts geleid door 's banken hand