Grijsblonde haren van de barvrouw
Wapperen in de sigarenlucht
Walmend uit de overvolle asbak
Naast de sanseveria in koperen pot
Slecht geschoren en geknipt
Zitten de stamgasten in gelid
Aan de houten biergevlekte bar
Tussen lege pindadoppen
Oude kale vale lusteloze koppen
Rafeltanden in gekreukte monden
Mottige jasjes volvet gevlekt
Morsvlekken van de eetbedeling
Weelde, luxe en jeugdige overmoed
Zijn nu ver te zoeken bij cafe Barbier
Enkel de zes stoelen voor de spiegel
Doen nog denken aan een tapsalon