Verkreukeld maar toch plat.
Stukgeslagen tussen toen en ooit.
Soort van leven in een tussenstaat.
Koffer vol herinneringen.
Meegesleept van perron naar perron.
Van daar naar hier naar later.
Angst voor vroeger en voor straks.
Smart om wat was en zijn zal.
Virus van spijt.
Rest slechts schrale troost.
Toekomst heeft geen geheugen.