Ik hoorde vannacht een raar geluid
En ging dus fluks mijn bedje uit
Buiten had ik een oude hostiekelk
Voor de egeltjes gevuld met melk
Een mannetje van drie duimen lang
Dronk uit die kelk na lang gezang
Uit dank voor die zoete lekkernij
Al wilde hij er graag een koekje bij
Ik sprak die kleine man toen aan
Van schrik wilde hij snel gaan
Kaboutertje blijf toch eens hier
Maak met mij eens wat plezier
Boos stond het mannetje toen stil
Meneer wat ik u zeggen wil
Kabouters zitten steeds te hengelen
En komen uit het land der engelen
Ik woon hier al jaren en heet Wouter
Mijn neef uit Engeland is een kabouter
Eet bonen bij ontbijt, die rare snuiter
Waar mijn neef kabouter is ben ik kabuiter