Hemel verliest haar blauw
Vogeltjes slapen in de boom
Zelfs de vissen worden stilRust vult mijn overladen hoofd
Een enkele verdwaasde
Nachtvlinder dwarrelt dwalend
Om het heldere lamplicht
De nacht git zwarter
Stiller, traag en helder
Tot zij met een doffe slag
In mijn hoofd explodeert
Met het onhoorbare geluid
Van ontploffende manen
In het universum
Achter mijn ogen
Carrousel van onbestaan
Nirvana voor het hoofd
Mijn gedachtenmaalstroom
Stopt eenentwintig tellen
De stilte gaat traag voorbij
Als een dominee op vrijdag
Met een wijde pandjesjas
Op een geleende fiets