Driespan in galop door 't duister
Eindeloze tocht naar 't licht
Drie zwartwit gevlekte paarden
schoonheid beteugeld door 't bit
In volle vaart tussen twee kolommen
Komen ze met kracht tot stand
Vanaf de bok haast zich de wijze
Trap op, 3, 5, 9 treden tegelijk
Hij snelt naar de middenkamer
Op zijn knieën valt hij neer
Omarmt de kubus in verwarring
Het is donker, wordt niet helder
Komt licht niet uit volmaaktheid?
Waar te zoeken in de nacht?
Komt het licht uit inzicht?
Wijze opent nu zijn kleed
Een ster straalt in zijn borstkas
Vindplaats van 't ware licht
Vuur en vlam vecht tegen 't duister
Maakt van lange nacht weer dag
Warmte vloeit uit wijsheid's hart
Duister verliest, begrijpt het niet
Uren, dagen strijden in de schemer
Griffioenen schreeuwen over donder heen
Bliksemschichten verhelderen de arena
Titanenstrijd van zwart en wit
Uiteindelijk sneeft een van beide
Welk vertelt de mythe niet
Maar het bloedrood van de ochtend
Toont des duisters groot verdriet